Sebastiaan Magnus
Er was eens in de zuidelijkste stad van de lage landen een dwalende geest. Tijdens zijn leven heette hij Doctor Sebastiaan Magnus. Ooit was hij geobsedeerd door de wetenschap, maar door een tragisch ongeluk is hij nu gebonden aan de straten van de stad. Hij zag velen passeren maar kon ze nooit naar binnen volgen. Hij hield daarom ook van de zomer. De hogere temperaturen, die hij zelf overigens niet merkte, lokte de mensen naar buiten.
De bakker zette zijn kraampje op straat. Straatmuzikanten tokkelden op hun gitaar. Jongetjes raceten op fatbikes door de steegjes. Doctor Sebastiaan Magnus genoot ervan, maar het gaf hem ook een kil gevoel. Tijdens zijn leven zat hij altjid opgesloten in zijn laberatorium. Pas toen hij verbannen was naar de straat ontdekte hij de gezelligheid van menselijk contact, ook al was hij enkel toekijker. Helaas voor hem wordt het na iedere zomer ook weer kouder. Met de eerste windvlagen keert de bakker terug naar binnen.
Met de eerste regen ruimen de muzikanten hun spullen op. Met de eerste sneeuw verdwijnen zelfs de jongetjes van straat. De gezelligheid gaat naar binnen, waar hij niet kan volgen. Totdat de volgende zomer weer naar buiten bloeit.