En dan verstrijkt de tijd...
De klok tikt aan de muren van de collegezaal
vegen van krijt
tot mijn spijt
parametriseren alsmaar een elliptische ovaal
De mensen zijn al vergeten waar ze zijn
’t is een feit
dat de tijd
slechts een factor is, klein.
Maar dan verstrijkt zij genadeloos
het krijt verstilt
het bord reeds opgetild
en mensen vertrekken gedachteloos
Eindelijk opent de zomer haar gulle deuren
warmte vult allen
zwoelte zal welgevallen
wat kan ons nu nog gebeuren?
Maar hoezeer ook het verlangen naar gezond genot
bemerk ik
tot mijn schrik
alle parametrisaties drijven met mij de spot!
Wat zien mijn ogen ginder in’t verschiet?
een architectonisch werk
hetend de stevenskerk
doch ik zie louter het negatief definiet!
Misschien dat een lekkere vissoep mijn zicht geneest
maar wee en ach
wat ik slechts vermag
is denken hoeveel sinaasappelrasp nodig is geweest!
Het al verdwijnt in coördinaten en niveaukrommen
De waarheid is niet weggelegd voor de dommen
Toch had ik graag nog eens de wereld gezien
voor ik voor calculus slaagde, met een tien.