De Kast van µ
Hoe gaat het?
Goed.
Wat ben je aan het doen?'
Natafelen.
Acht is het werkelijk?
Je weet wat ik bedoel.
Luister, zei hij. Ik ben helemaal geen communist geworden als je dat soms denkt!
Kunnen jij en ik proberen met een normale manier met elkaar om te gaan?
Een onthutste uitdrukking.
OK
Om te beginnen:
geef dat broekje eens aan
ik moet het gewoon zien.
ik denk niet dat ik speciaal ben
Dit is gewoon onderdeel van het proces.
Hij sloeg zijn arm om haar schouders
Een paarse kwal zo groot als een koekenpan
Herpesvirus.
Verminderde zin in seks
Jezus, bromde ze.
Waarom maakt dat je boos?
Dat weet je nog goed.
Zullen[1] we[2] het[3] samen[4] met[5] iemand[6] anders[7] doen[8]?
Wie?
Je buurmeisje uit Haarlem
Toegenomen aantal erecties
Het is goed je te spreken.
Ik ga wel met je mee.
Afhankelijk daarvan
of je vader er zin in heeft.
Dat gaat mij te ver.
Misschien je moeder?
Laat dat arme wicht toch
patatjes eten.
Je zus?
Dat klinkt mooi.
Dan pak ik Harry Potter
Het is nogal een flapdrol.
Bij succes ontvang je monopoly geld.
Tot zonsopgang ergens op straat.
Een nieuwe omgeving is altijd verfrissend.
Buiten het zicht van kinderen.
Ja, zei hij.
Zijn lippen gleden langs haar nek
naar het puntje van haar schouders.
Ze klakte hard met haar tong
Godin van het geluk.
x-aantal
Tot de volgende keer maar weer.