Joth Dothoth

Uit De FNM-wiki
Versie door Toverende (overleg | bijdragen) op 13 jun 2025 om 18:14
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Eenmaal leefde den man Joth Dothoth.

Op vreemde dingen was zijn lust verzot.


Waar kwam-ie vandaan?

Uit welk land?

Waar-ie weer heen gaat gaan?


Ik zag ‘m daar staan,

in zijn rechterhand

een geelgroene banaan


Zeker zal geen ander

omgaan zoals hij

met een kooktoestelbrander.


Ikzelf verander

als ‘k mij

weer met ‘m de rivier in meander.


Want zo’n zonderling figuur

ziet men zelden

elk moment, elk uur,

doet hij zijn Jothheid vergelden..


Hij loopt met regelmaat

door de kikkersloot

die-ie eer ochtend niet verlaat


als-ie met de pollepelgarde praat

noemt ie z’n zangkunst groot

maar mij klinkt’ als louter schaapgeblaat.


En laatst liep-ie louter lachend lavendel te lozen

door de kamer van een pater rein

die die grondig had verpakt in geurige dozen


’t Was zijn lot door God verkozen

hoewel in diensten klein

doet-ie den hemelzon blozen


Zo heeft hij menig mens verblijd

en eindigd deze lof der Jothheid.