Tussen de maan en de hemel

Uit De FNM-wiki
Versie door Admin (overleg | bijdragen) op 12 jul 2025 om 21:24
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Zwetend word ik wakker. Waar ben ik?

Met moeite open ik mijn ogen. Het blauwe licht van de aarde schijnt mijn slaapcabine in. Door de andere ramen zie ik de diepte van de ruimte terug kijken. Miljoenen sterren fonkelen harmonieus tegen de donkere achtergrond. Gapend maak ik me los van de gordels die me aan mijn bed bevestigen en ik begin te zweven. "De warmte generator zal wel weer een storing hebben" mompel ik zachtjes tegen mezelf. Ik kijk om me heen. De andere bemanning is nergens te bevinden. Met een flinke zet draai ik de massieve metalen deur open die de slaap hal onderscheidt van het bovenste compartiment van de GPMRM-31. De duisternis van de kamer verdwijnt snel door de lampen van wel duizend en negen lumen. De kabels van de machines lijken amateuristisch aan de grond te zijn gelast. Ik zweef naar binnen. De apparatuur van het schip ringt, de server pingt en de warmte generator zingt: " > Waarschuwing, vul de watertank bij". De GPMRM-31 is een ouder model raket uit 2083 waarvan de warmte generator niet automatisch wordt hervuld. Dit zou te veel complexiteit hebben toegevoegd aan het ontwerp van het schip.

Ik vlieg langs de slaapcabines terug richting het compartiment met de vloeistoftanks. Ik draai de grote deur open nadat het systeem me heeft geïdentificeerd. Dit doet die door een combinatie van mijn vingerafdruk, iris en het interval waarop ik knipper te detecteren. Voor me bevinden zich honderden vaten gevuld met allerlei vloeistoffen waarvan ik de namen überhaupt niet eens herken en ruik ik geuren waarvan ik niet wist dat ze bestonden. Ik ga alle vaten langs; stikstof, carbinol, zwavelzuur, neon, yttrium, hafnium, het gaat maar door. De labels van sommige vaten zijn ook doorgekrast met vreemde namen ernaast getekend waarvan ik de betekenis niet weet zoals G.v.B met iets van 11 krasjes erna. Na bijna alle labels langs te gaan vind ik eindelijk het juiste vat. Iedere keer lijkt die toch weer verrassend klein. Ik pak het waterreservoir van de warmte generator erbij en vul deze tot nodig is. "Nu kan die weer een week door" vertel ik mezelf. Waar het water vandaan komt blijft voor mij ook een mysterie. Ik ben niet wijs genoeg om dat te weten. Met het reservoir in hand reis ik door het doolhof van vaten terug, en ga ik naar een van de terminals die verbonden is met de centrale server. Ik vraag de terminal "Wat is de status van onze reis?". De terminal antwoord: " > De reis loopt voorspoedig maar sommige apparatuur vereist onderhoud" . "Welke apparatuur heeft hulp nodig?" vraag ik. " > De warmte generator en de communicatie hub hebben onmiddellijk aandacht nodig". "Hoelang totdat we aankomen op de Maanbasis?" vraag ik. " > Nog 17 dagen, 13 uur en 51 minuten" vertelt de kunstmatige stem. Ik had nu al weer genoeg gehoord van zijn gepraat. Vanwaar produceert die zo'n vreselijke klank? Met die gedachte in mijn achterhoofd verplaats ik me langzamerhand weer richting de warmte generator die nog zit te wachten op zijn lading water.

Het gepiep van de warmte generator wordt steeds luider naarmate ik dichterbij kom. " > Waarschuwing, vul de watertank bij" blijft die herhalen. Ik druk op de knop om de waterslang te tonen en laat hem dan zakken in het waterreservoir. Een meter op de machine toont de voortgang. Met dit tempo blijft die nog 23 minuten bezig. Hoe traag is dit ding? Ik voel ineens wat beven op mijn linkeronderarm. Ik druk op de plek met mijn rechterhand. Spontaan activeert er een klein scherm op mijn pols. Hij flitst meerdere berichten tegelijkertijd met een variatie aan kleurtjes. Ik kan het bijna niet bijhouden. Bovenaan toont zich weer de melding dat de communicatie hub niet meer werkt. Ik sluit de polscomputer weer af en maak me klaar om naar het bovencompartiment van het schip. Weer vereist een doorgang mijn identificatie. De deur opent langzaam. De rode lampen verlichten de wanden. Er bevinden zich wel twintig verschillende monitoren in de hal. De meerderheid van de schermen staan uit. met verdere inspectie blijkt dat de meeste ook volledig onder de stof zitten. Geen toetsenbord lijkt aangeraakt te zijn in minstens 10 jaar. Één monitor lijkt nog aan te staan met een shell-prompt open. Met de handleiding die gedownload staat op de computer probeer ik te achterhalen wat het probleem is. Ik herstart het systeem maar dat werkt niet. Ik reset de configuratie van de hub maar alsnog maakt die geen verbinding. Ligt het aan de firewall? De groene letters geven me weinig oplossingen. Ik ben nu al een uur bezig met het oplossen van het probleem maar niks lijkt te werken. Ligt het misschien aan de server op aarde? Ik geef het op. Eventjes blijf ik rustig stil hangen in de lucht en ik sluit mijn ogen.

Zo blijf ik even hangen. Doen alsof er niks is. Geen zorgen. Complete stilte. Naast dan het gepiep van de computers. Mijn oogleden bewegen weer open. Er is weinig verandert. Ik wrijf nog langzaam in mijn ogen. Ik kijk weer naar alle computers tot ik plots op het plafond wat tekst zie geschetst in het stof. "Dagen sinds laatste contact:" staat er met ongeveer iets van 41 krasjes erachter. "Hebben we al een maand geen contact meer gehad?"...