Het woordenboek

• Drie∙hoek∙mast∙poet∙ser (de, m, meervoud: driehoeksmastpoetsers)
  • een zeldzaam ambachtslid van het zeilersgilde wiens arbeid bestaat uit het reinigen van de driehoekmast. Kan in speciale gevallen leiden tot pornografische praktijken, zie: driehoekmastpoetserpornografie en rietzeilen.
• Ge∙plakt (heeft, is geplakt)
  • sluw gemanoeuvreerd voor maximaal resultaat wegens mininale input
• Kriem (de, v, meervoud: nvt)
  • misdaad: Zjort vindt het een kriem om de broodkruimels uit het raam te gooien
• Kut∙bitch (de, v, meervoud: kutbitches)
  • Een naar persoon: Nils is echt een kutbitch
• Pai∙si∙bel (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
  • vredig: Aubin-Neufchâteau is heel paisibel
• Riet∙zei∙len (rietzeilde, heeft, is gerietzeild)
  1. een intieme activiteit op de zeilboot om uit te voeren met iemand die je heel erg lief vindt in een omgeving waar het zonlicht mogelijk niet schijnt: Pepijn gaat met zijn zeilvereniging graag rietzeilen
  2. neuken: Hé Miko, wil je gaan rietzeilen om de sjaarsbaby te verwekken?
• Ver∙pijs∙terd
  • gesloopt zijn, moe. Iemand is verpijsterd als ze niet meer volledig kunnen functioneren: Veerle ziet er vandaag verpijsterd uit
• Vi∙o∙le∙ren (violeerde, heeft, is gevioleerd)
  • disrespectvol gedrag vertonen: Mikki heeft mij echt gevioleerd
• Schar∙min∙kel (het, onz, meervoud: den scharminkels)
  • Een zeer extreme afkeuringstitel voor onwaardige personen. Een scharminkel van het ergste allooi.