Onzedelijk Absurdisme: verschil tussen versies

Uit De FNM-wiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
''Ach, het begint. De nadering van dingen niet onzottig.''
''Ach, het begint. De nadering van dingen niet onzottig.''


''Achter die zomereik, waar 'k mij onheus veilig acht, bezie'k het.''
''Achter die zomereik, waar 'k mij onheus veilig acht, bezie'k''  


''Daar, verderop zingt de ontamme huismot het Hooglied, van Salomo wijs.''
''het.''


''Het kleurt de dingen; zij zijn van hun ze'lijke sluier ontdaan.''
''Daar, verderop zingt de ontamme huismot het Hooglied, van''  


''<br />''
''Salomo.''


''Eerst sluipt de kater schuldbewust over de randen van de nacht,''
''Het kleurt de dingen; zij zijn van hun ze'lijke sluier ontdaan.''
 
 
 
''Eerst sluipt de kater schuldbewust over de randen van de''
 
''nacht,''


''dan hijgt de wolfshond, huiverend in zijn vacht.''
''dan hijgt de wolfshond, huiverend in zijn vacht.''


''Onschuldig lijkt de achtertuin in het bleke maanlicht''
''Onschuldig lijkt de achtertuin in bleek licht van maan''
 
''maar daar kruipt de slak slijmerig onder de heg vandaan.''  


''tot reeds de slak ontwaakt, die slijmerig de heg bekruipt.''


''<br />''


''De zolder lekt druppend naar benee.''  
''De zolder lekt druppend naar benee.''


''In het theekopje. Preuts. Zo beheerst en betamelijk.''
''In het theekopje. Preuts. Zo beheerst en betamelijk.''
Regel 25: Regel 31:
''Doch daar nadert de onbillijke kikkerknaap die slurpt,''
''Doch daar nadert de onbillijke kikkerknaap die slurpt,''


''gulzig de vochtige damp van die warme kamille.''
''gulzig het vochtige nat van dampende kamille.''
 


''<br />''


''De pan kookt. De spaghetti welt.''
''De pan kookt. De spaghetti welt.''
Regel 35: Regel 41:
''Tot een hongerige ziel de oren tast''
''Tot een hongerige ziel de oren tast''


''van die stevige ijzeren pan.''
''van die stevige ijzeren pan.''  
 


''<br />''


''Het is middernacht. Stipt.''  
''Het is middernacht. Stipt.''


''Een duister gevoel bekruipt. Mij.''  
''Een duister gevoel bekruipt. Mij.''


''De klokken doorklieven in dissonante bedrijvigheid de luchten.''
''De klokken doorklieven in dissonante bedrijvigheid de luchten.''


''Dan overstemd een vreeslijk geluid als zwarte donder.''
''Dan overstemt een vreeslijk geluid als zwarte donder.''  
 


''<br />''


''Het gegil van de schildpad.''
''Het gegil van de schildpad.''


''<br />''


''En alle dieren sidderen.''
''En alle dieren sidderen.''

Huidige versie van 13 jun 2025 18:12

Ach, het begint. De nadering van dingen niet onzottig.

Achter die zomereik, waar 'k mij onheus veilig acht, bezie'k

het.

Daar, verderop zingt de ontamme huismot het Hooglied, van

Salomo.

Het kleurt de dingen; zij zijn van hun ze'lijke sluier ontdaan.


Eerst sluipt de kater schuldbewust over de randen van de

nacht,

dan hijgt de wolfshond, huiverend in zijn vacht.

Onschuldig lijkt de achtertuin in bleek licht van maan

maar daar kruipt de slak slijmerig onder de heg vandaan.


De zolder lekt druppend naar benee.

In het theekopje. Preuts. Zo beheerst en betamelijk.

Doch daar nadert de onbillijke kikkerknaap die slurpt,

gulzig het vochtige nat van dampende kamille.


De pan kookt. De spaghetti welt.

De slierten borrelen. Het voer versmelt.

Tot een hongerige ziel de oren tast

van die stevige ijzeren pan.


Het is middernacht. Stipt.

Een duister gevoel bekruipt. Mij.

De klokken doorklieven in dissonante bedrijvigheid de luchten.

Dan overstemt een vreeslijk geluid als zwarte donder.


Het gegil van de schildpad.


En alle dieren sidderen.